BLOMMEN


Toen ik nog op de Sterrenwacht werkte, had ik vanuit mijn kantoortje uitzicht op een groot grasveld. In de lente bloeide daar paardebloem, meizoentje en ereprijs. Blauw, wit en geel: mooie kleurkantwerkjes op het groene gras.

Verderop was er ook nog een ander grasveld. Daar zag ik regelmatig een herder met zijn kleine schapenkudde. Een herder als weggelopen uit een sprookjesboek: ronde vilthoed, staf en schippershond.

Toen kreeg de Sterrenwacht een nieuwe directeur. Een echte poëet. Op zekere dag zag ik hoe de tuinman de bloemetjes wegmaaide, en ik vroeg hem waarom ie dat deed.

"Maar allee Gilbert! Gij kunt toch gaan denken met de nieuwe directeur ..."

Bleek dat de directeur van eentonige Engelse grasvelden droomde. Hij was ook een betweter en wou de tuinman zijn stiel leren. Beval een bepaald onkruidverdelger aan te schaffen teneinde de blommetjes in de knop te breken. Dat ried de hovenier af omdat dan ook het gras aangetast werd. Maar de directeur wist het beter.
Een nieuwe lente, een nieuwe kleur: we kregen een grasveld met overal grote strontbruine vlekken. Kleur die me nog altijd aan die directeur denken laat ...

Later miste ik die herder en vroeg aan de tuinman waar die schaapjes toch gebleven waren.

"Maar allee Gilbert! Gij kunt toch gaan denken met de nieuwe directeur ..."


© Gilbert Voeten 2002

Terug naar Verhalen